Duurzaam betekent dat een levend systeem (bijvoorbeeld de menselijke maatschappij, het dierenrijk, de natuur,…) oneindig kan blijven
voortbestaan zonder dat het zichzelf schade of vermijdbaar leed toebrengt door bijvoorbeeld het uitputten van bronnen, of het vervuilen of ontwrichten van de leefomgeving. Wetenschappers hebben de voorbije decennia via data en berekeningen enkele relevante en werkbare parameters en begrippen bepaald die de mate van (on)duurzaamheid voldoende tastbaar en begrijpelijk maken.

Hier volgt een kort overzicht van de meest belangrijke en gekende benaderingen en methodes. Meer informatie hierover en het verband met overbevolking kan je lezen op de pagina ‘Overbevolking?‘ en in onze recente publicatie ‘Overbevolking: wetenschappelijk relevant en aangetoond‘ op de pagina ‘Bronnen‘.

De 9 planetaire grenzen (waarvan 6 overschreden)

In 2009 hebben wetenschappers onder leiding van Johan Rockström het negen planetaire grenzen model ontwikkeld. Al deze grenzen verwijzen naar kritische processen die het leven op aarde mogelijk maken: de klimaattoestand, de zuurtegraad van de oceanen, biodiversiteit, landsystemen, de stratosferische ozonlaag, atmosferische vervuiling, chemische vervuiling, zoetwaterverbruik en de stikstof en fosfor kringlopen. Bij de start in 2009 werden er al 3 grenzen overschreden. Nu zijn het er 6. De laatste update gebeurde in 2023 waarbij bleek dat enkel de ozonlaag, de aerosolen in de atmosfeer en de oceaanverzuring nog (net) binnen te veilige grenzen vallen. Alle 6 andere parameters zijn (ver) overschreden en vormen dus een bedreiging voor mens en natuur.

Alle verdere info hierover is te vinden op de website van de beheerders en ontwikkelaars ervan, de Zweedse onderzoeksorganisatie Stockholm Resilience Centre.

“De mensheid is als een voetbalteam dat ongelofelijk veel scoort, maar tegelijkertijd haar verdediging uit het oog verloor en daardoor de match alsnog aan het verliezen is.” Partha Dasgupta, Brits-Indische econoom

De ecologische voetafdruk

De ecologische voetafdruk voor een bepaald jaar is een getal dat weergeeft hoeveel biologische productieve grond- en wateroppervlakte (= biocapaciteit) een bepaalde bevolkingsgroep of individu in een jaar gebruikt om haar consumptieniveau te kunnen handhaven en haar afvalproductie te kunnen verwerken. Het gaat om een getal, uitgedrukt in globale hectares (gha). Een globale hectare is een gebied waarvan de biologische productiviteit gelijk is aan een gemiddelde hectare.

Momenteel is het totale wereldwijde aantal hiervan zo’n 12,2 miljard gha. Vermits we met zo’n 8 miljard mensen zijn, betekent dit dat het beschikbare aandeel per mens ongeveer 1,6 gha bedraagt. Aan de hand van data rond consumptiepatronen en beschikbaarheid van bronnen, werd berekend dat de voetafdruk van een gemiddelde Belg ongeveer 5 globale hectare is, die van een gemiddelde Europeaan 3,5 gha, en van een gemiddelde wereldbewoner 2,7 gha. Met slechts ongeveer 1,6 hectare per mens beschikbaar als duurzaam en eerlijk verdeeld aandeel is dus snel duidelijk dat deze limiet overschreden wordt.

Het begrip ecologische voetafdruk werd in de jaren 90 uitgewerkt door William Rees en Mathis Wackernagel aan de University of British Colombia in Canada. Hun werk wordt tot op vandaag verdergezet door het Global Footprint Network. Zij zijn de leidinggevende autoriteit, houden alle beschikbare gegevens bij en doen er relevante berekeningen mee. Je kan er ook je eigen voetafdruk berekenen.

Een rechtstreekse afgeleide van de ecologische voetafdruk is Earth Overshoot Day. Earth Overshoot Day markeert de datum waarop de mensheid het budget van de natuur voor dat jaar heeft opgebruikt. De rest van het jaar houden we ons ecologisch tekort in stand door lokale hulpbronnen op te nemen en kooldioxide in de atmosfeer op te hopen. We zijn dus duidelijk in ‘overshoot’, en we verbruiken 175% van de aardse jaarlijkse beschikbare grondstoffen en hulpbronnen. Of anders gezegd, we hebben bijna 2 planeten nodig om onze huidige noden te voeden. Als we allemaal zouden leven met de bevolkingsdichtheid en levensstijl zoals in België, dan zouden we bijna 5 planeten aarde nodig hebben! In 2024 viel Earth Overshoot Day op 1 augustus.

De donuteconomie

De Donut (of Donuteconomie) is een economisch model dat economische welvaart meet door te kijken naar de realisatie van een sociaal fundament zonder het overschrijden van ecologische plafonds. Simpel gezegd is het doel om de behoeftes van iedereen te realiseren binnen de draagkracht van de aarde. De naam ‘donut’ is ontleend aan de vorm van het diagram: een cirkel met een gat in het midden. Het gat van het model geeft weer hoeveel mensen geen toegang hebben tot basisbenodigdheden als gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting. De korst geeft weer in hoeverre de ecologische plafonds (planetaire grenzen), waarvan leven afhankelijk is, worden overschreden. Volgens het model is een economie welvarend als alle twaalf elementen van het sociale fundament worden gehaald zonder een ecologisch plafond te overschrijden. Deze situatie wordt in het model beschreven als ‘de veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid’.

Het diagram is ontwikkeld door Oxford-econoom Kate Raworth in een rapport voor Oxfam genaamd A Safe and Just Space for Humanity. Ze heeft het model verder ontwikkeld in haar boek Donuteconomie: In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw.

De IPAT-formule: bevolking, consumptie en technologie

“Is het mogelijk om duurzaam en met een voldoende mate aan welzijn, welvaart en natuurruimte binnen de grenzen van de planeet te leven door een wijziging van enkel consumptie en technologie? Of moet er ook rekening worden gehouden met de bevolkingsgrootte?” Sinds de jaren 70 is deze vraag bekend geworden in zijn wiskundige versie:

I = P x A x T

Hierbij staat de I voor de Impact op ons leefmilieu, de P voor Populatie (bevolkingsgrootte), de A voor de gemiddelde hoeveelheid consumptie of welvaart per persoon (van het Engelse ‘Affluence’) en de T voor de grondstoffen- en energie-intensiteit van onze Technologie.

De formule geeft eenvoudig weer dat de (negatieve) impact op onze leefomgeving bepaald wordt door de vermenigvuldiging van de 3 factoren. Hoe hoger onze consumptie en/of hoe hoger het aantal consumenten en/of hoe hoger het verbruik van de technologische hulpbronnen, hoe groter de negatieve impact op onze leefomgeving.

De factoren consumptie en technologie worden vaak besproken in het milieudebat. Terecht, want ze zijn van cruciaal belang om aan te pakken. De factor bevolkingsgrootte daarentegen lijkt minder aan bod te komen. De redenen hiervoor zijn divers en vaak ook begrijpelijk. Nochtans is er al decennialang een sterke wetenschappelijke consensus over het feit dat de bevolkingsgrootte een cruciale factor is in het milieudebat en dat een welvarende, duurzame en conflictvrije samenleving niet mogelijk is met onze huidige menselijke omvang.